O, dat doet die van mij ook!
De kinderen zijn wel druk hé?! In de speeltuin spreekt een buurvrouw mij aan. Ik ben afwachtend. Waarom vraagt ze het? Ergert ze zich? Wil ze gewoon een praatje maken? Of heeft ze zelf ook een druk kind en wil ze haar hart luchten? De buurvrouw begint te babbelen. Ja, er is de laatste tijd veel in het nieuws over drukke kinderen. Kinderen die niet veel buiten spelen. Die te lang op een stoeltje moeten zitten in de klas. Jongens, die zich aan moeten passen aan de meisjes, maar willen stoeien. Willen klimmen en gevaarlijk doen. Ik babbel mee. Gelukkig wonen we op het platteland en is er veel ruimte om buiten te spelen. Ik laat dan het onderwerp rusten. Ik neem mijn drukke kroost op tijd weer mee naar huis, voordat het uit de hand loopt. Het is altijd een gokje. Hoe lang kan ik blijven zonder dat het gedrag uit de hand loopt? Het liefst ga ik net daarvoor weg, zodat de kinderen niet overprikkeld raken en echt grensoverschrijdend gedrag laten zien. Voordat de bom barst, zeg maar. Het is niet altijd te voorspellen wanneer dat zal zijn. Ik speur naar voortekens. Ik kijk op de klok. Ik neem de gok niet en vertrek op tijd. Thuis is ook genoeg te spelen in de tuin, gelukkig.
Buitenstaanders hebben bijna nooit in de gaten wat het inhoudt om een kind met FASD op te voeden. Ze kijken oppervlakkig naar het gedrag op het schoolplein of tijdens het spelen. Ze merken hooguit dat het kind wat drukker is dan gemiddeld. Soms probeer ik het uit te leggen aan een buitenstaander. Ik word dan vaak onderbroken met dooddoeners: Ach, zoveel kinderen zijn druk tegenwoordig. Elk kind heeft daar wel eens last van. Die van mij deed dat vroeger ook wel eens. En meer van dat soort opmerkingen. Sommige mensen gaan verder: Geef hem maar een weekje aan mij mee, dan zal je zien……. Van dat soort mensen moet ik weinig hebben J
Wat ook niet meehelpt is dat mijn kinderen zo hun best doen op school dat ze daar wel totaal andere kinderen lijken te zijn. Maar dat thuis alles er nog even uit komt…..
Af en toe merken buren en dorpsgenoten dat de kinderen echt anders zijn dan anders. Bij de speelweek bijv. als kind 1 bij de opening gillend wegrent door het lawaai dat hij niet kan verdragen. Of als kind 2 modder op de auto’s gooit, en na een waarschuwing gewoon doorgaat. Ook het kleurrijke taalgebruik knettert regelmatig door de speeltuin. Zal wel aan de opvoeding liggen zie ik ze denken als ze met een schuin oog naar mij kijken.
Zucht. Ik ben blij af en toe contact te hebben met andere ouders van kinderen met FASD. Ouders die aan een half woord genoeg hebben. Ouders die hetzelfde meemaken. Ouders die je niet veroordelen maar een hart onder de riem steken.