Als er een kind met FAS in je gezin komt wonen (pleeg of adoptie bijv.) dan wordt er veel van dat gezin gevraagd. Met vallen en opstaan leren ouders en andere kinderen hoe het kind met FAS in elkaar zit en waar het moeite mee heeft. “Laat haar maar even, ze wil even alleen zijn.” “Hij mag wel even eerst in de badkamer, hij kan niet zo goed wachten.” De andere kinderen zuchten, weten dat dit zo werkt. Soms is er boosheid en onbegrip,. “Nu ben ik aan de beurt!”. En ik kan de andere kinderen wel begrijpen. Vaak moeten ze plaats maken voor een ingewikkeld kind dat alle aandacht van mamma opeist.
Dit alles is niet niks. Ik maak het dagelijks mee. Het geschipper tussen de eigen kinderen en het kind met FAS. Ze zijn me allemaal even lief. Maar ik voel me vaak tekort schieten, twee kanten op. De eigen kinderen die moeten wachten omdat het pleegkind alle aandacht opslokt. Maar ook het pleegkind dat zoveel nodig heeft, kan ik dat bieden? En waar blijf ik zelf?
Na een aantal jaren zijn we gewend geraakt aan elkaar. We weten van elkaar hoe het werkt. Toch moeten we steeds oppassen dat het evenwicht niet verstoord wordt, dat gebeurt heel snel.
Maar wat gebeurt er als er een tweede kind met FAS bijkomt? Bijvoorbeeld een broertje of zusje? Ook met FAS? Dan verandert de dynamiek binnen het gezin weer helemaal. De eigen kinderen zijn ongeveer gewend geraakt aan het gedrag en weten er mee op te gaan. Maar het kind met FAS heeft veel moeite met de nieuweling. En vooral met het gedrag. Want het ene kind met FAS kan moeilijk omgaan met het andere kind met FAS. En ons gezin zit nu in die situatie. We lopen dagelijks aan tegen de meest uiteenlopende situaties. Oorzaak en gevolg bijv. Wat gebeurt er als je stiekem de fiets van de ander pakt? Of dat je de favoriete schommel bezet houdt? De opvoeding van twee kinderen met FAS is van een totaal andere orde vind ik.