Onze pleegdochter kampte met de gevolgen van onveilige hechting, dat was wel duidelijk.
We kregen het advies zoveel mogelijk mee te gaan in haar “claim” en haar de veiligheid te bieden ,waar ze zo duidelijk om vroeg.
Ja, dat klonk best eenvoudig….
Maar dat was het dus niet.
Het betekende in de praktijk dat ik geen seconde privacy meer had. Ze achtervolgde mij tot op het toilet.
En naarmate we meer toegaven, kwamen er steeds meer nieuwe “claims” bij.
“Papa en haar broertje moesten dood” of anders toch wel heel vlot uit huis weg.
Weg van mij, die het “onderwerp” van de claim was.
En een onderwerp voelde ik mij, na ongeveer een jaar touwtrekken.
Want het broertje liet zich natuurlijk (en terecht) niet aan de kant schuiven en hoewel mijn man alle begrip had voor onze pleegdochter, viel het toch niet mee.
Zelfs voorzichtig naar mij kijken of iets tegen mij zeggen kon al de reden zijn tot een ongebreidelde woedeaanval.
Zoals de therapeut tegen mij zei, toen ik uitgeput en ten einde raad aangaf “niet meer te kunnen”.
“Het touw heeft altijd meer te lijden dan de personen die er aan trekken.”
We tobden met de aanpak, want het was overduidelijk dat dit niet langer ging.
De eeuwige en steeds grimmiger wordende strijd in huis om mijn aandacht, het feit dat ik geen snippertje tijd voor mezelf mocht hebben… het vrat ons allen op.
En mijn grote vraag in hoeverre FAS dit alles nog beïnvloedde, daar kon geen hulpverlener antwoord op geven… want over FAS hadden ze slechts zijdelings gehoord.
Maar naarmate ik langer met FAS te maken had in mijn eigen leven, kreeg ik er (zonder onderbouwing) wel meer zicht op.
Ik overlegde met de therapeut…
Ik had de indruk gekregen dat mijn pleegdochter zeer moeilijk kon wennen aan nieuwe situaties en dat dit deels te maken had met haar geheugen, dat soms net op gatenkaas leek, maar dan wel die kaas met échte gróte gaten!
Als ik dat combineerde met het weinige (ware) dat ik over haar verleden wist, dan kan ik haar gedrag heel goed plaatsen.
Ze had in een half jaar tijd meer pleeggezinnen afgelopen dan ze oud was en als ik gelijk had, was ze misschien net aan de nieuwe gezichten en situaties gewend, als ze al weer weg ging.
Dagen, wekenlang, wakker worden en thuiskomen in een huis en bij mensen die jou dag in dag uit “vreemd” zijn… dat moet verschrikkelijk zijn…
We overlegden en ik legde mijn idee op tafel…
Ik sprak met mijn pleegdochter en vertelde haar dat ze haar ogen dicht moest doen en dan aan mij moest denken….
Ik zou dat ook doen… en dan zagen we elkaar ook echt…
Ik zag haar, gespannen de oogjes dichtdoen…. En langzaam kwam er een klein glimlachje op haar gezicht,.
Ja, ze zag mij…. aan de binnenkant van haar ogen!
Ik deed haar een ketting om, die van mijzelf was geweest als klein kind, en vertelde haar, dat als ze mij miste… ze de ketting kon vasthouden, en haar ogen kon dichtdoen…
Dan was ik toch bij haar!
Deze letterlijke “houvast” bleek de sleutel.
Nee, veilig hechten zat er niet meer in, daarvoor was ze te beschadigd, maar vanaf die dag zagen wij haar ook in huis, geregeld naar de ketting graaien met een klein handje….terwijl de oogjes even dicht gingen!