Hij zit naast me op de bank. Beiden uitgeput. Hij van het schreeuwen, tegenwerken bij het douchen, lachen en worstelen en slaan. Ik van het rustig blijven. Aan het einde van de dag is het op. Hij kan niet meer de “gewone” dingen doen. De hele dag heeft hij zijn uiterste best gedaan om “normaal” te doen. Aan tafel te zitten. Eten, met bestek?!. Zelf jas aan doen en schoenen aan doen. Luisteren naar de juf. Een werkje doen. Spelen met andere kinderen. Sociaal wenselijk gedrag te vertonen.
Maar nu, aan het einde van de dag is het op. Hij raakt nu regelmatig totaal over de rooie. Ook al proberen we het nog zo rustig mogelijk met zo weinig mogelijk wensen aan te pakken. Uitkleden? Hij hoeft het niet zelf te doen. Wassen? Doen wij voor hem. Afdrogen ook. Napoetsen en pyjama aan? Wij doen het allemaal. Maar toch MOET er zoveel achter elkaar aan terwijl hij hele andere dingen wil doen. Eindelijk zit hij naast me op de bank. Onder een dekentje met zijn knuffel alvast opgehaald van zijn bed. We kijken elke avond naar zijn favoriete programma voor het slapen gaan. En dan hoor ik zijn stemmetje, helemaal hees van het schreeuwen: “Ik ben verliefd op jou, mam”.
Ik knuffel hem. Hij vindt het goed en knuffelt terug. “Ik ben ook verliefd op jou, vent”.