Op vierjarige leeftijd waren de eerste aanloopproblemen van Sander aardig onder controle. We waren door de eerste zware periode van het afkicken heen geworsteld, we waren de eetproblemen grotendeels te boven, dankzij het medisch kinderdagcentrum en heel veel drinkvoeding voor de ondersteuning van de groei. Veel lichamelijke problemen werden aangepakt door diverse therapeuten en nu werd ons de vraag gesteld naar welke vorm van onderwijs hij moest gaan. Dus werd er een IQ test afgenomen. Onder de meest gunstige omstandigheden. Elke dag werd hij even uit de groep gehaald voor een stukje van de test, en zodra de concentratie wat afnam werd de test weer opgeschort. Ik was erg benieuwd naar de uitslag. De mentor van Sander, de psycholoog en ik zaten samen en daar hoorde ik dat hij een IQ van 96 had, geweldig!! Dus, zei de psycholoog, hij kan lekker naar het reguliere onderwijs! Ik keek haar aan met een frons. Ze wist toch wel hoe kwetsbaar hij was, hoe wiebelig, hoeveel aansturing hij nodig had? De mentor was mij voor en zei: Geen sprake van, daar zal hij echt niet passen. Veel te veel prikkels, dat kan hij echt niet aan! Samen zochten we daarom naar een geschiktere vorm van onderwijs, en we vonden een school voor LZK, langdurig zieke kinderen. In kleine klassen, met veel aandacht voor het niveau van het individu en de sociale zelfredzaamheid heeft hij het uiteindelijk uitstekend gedaan. Rekenen bleef een heel lastige zaak, met heel veel herhaling en speciale aanpassingen lukte het toch met kleine stapjes vooruit te komen, maar het bleef zeer zwak. En weer stonden we voor een keuze: welke vorm van vervolg onderwijs zou het meest geschikt zijn? En weer werd er een IQ test gedaan. Om een compleet beeld te geven en de voorkeur van de leerkracht te onderstrepen. Tot onze verbijstering was zijn IQ behoorlijk gedaald, met wel meer dan 25 punten. Hoe kon dit? Ons werd uitgelegd dat Sander niet mee gegroeid was met zijn leeftijdsgenootjes, hij bleef eigenlijk steeds verder achter in de ontwikkeling. Ons hele beeld van zijn toekomst werd op de kop gezet. Wat moesten we doen? Wat was geschikt voor hem? Waarmee deden we hem recht? Uiteindelijk besloten we dat de praktijkschool waarschijnlijk de beste optie zou zijn. En daar begint hij nu. Leren in de praktijk. Voordoen, nadoen, veel aansturing en veel aandacht voor sociale interacties, omgaan met anderen en altijd goed overleg met de ouders. Hoe het verder zal gaan? Geen idee! Het maakt ons om eerlijk te zijn ook niet zoveel meer uit. Levensgeluk en een goed passende baan in de toekomst. Dat is wat belangrijk is. Wel ben ik kortgeleden eens gaan kijken in de research, komt dit vaker voor bij FASD? Een recent onderzoek uit Noorwegen bleek interessant: een groep kinderen met FAS was rond 6 jaar oud getest en na 15 jaar was er een follow up gedaan. En wat bleek: bij vrijwel iedereen was het IQ substantieel gedaald. Het komt vaak voor dus bij FAS………….