Doneer nu

9 oktober 2021

Le coq et mort, le coq et mort

Sander wil een vlinder vangen in de tuin. NU!! Maar de vlinder laat zich niet vangen. Hij raakt ernstig gefrustreerd. Ik vertel over de prachtige vlinders op de bloemen, hoe teer ze zijn, wat ze doen. Maar er is maar een doel in zijn  zesjarige hoofdje: hij wil een vlinder en wel direct. Ik worstel al een poosje met het dilemma. Als hij een vlinder of een ander insect te pakken krijgt is het diertje binnen de kortste keren dood. Dood: een concept dat hij niet begrijpt. Hij komt aan met een koolwitje in een potje. Kijk mam, hij leeft nog een beetje, zegt hij terwijl hij het potje heen en weer schudt. Het vlindertje hopt mee met de bewegingen. Elke dag leg ik minstens 5 keer uit dat dood echt dood is. Punt.  Ik probeer het minste van twee kwaden te kiezen.  Hij mag elke dag één vlinder vangen en daarmee moet hij tevreden zijn. Ik hoop zo de dood van veel vlinders te voorkomen en eentje op te offeren. Zucht; het moet maar zo. Honden worden door hem met argwaan bekeken, potentiele bijtende monsters. We offeren elke dag veel tijd op om steeds maar weer te aaien, en te vertellen dat de hond lief is en lief doet als hij dat ook doet. Poezen in de tuin zijn niet veilig, hij trekt ze aan hun staart en ik vraag me af waarom hij niet een forse krab terug krijgt. Ik bezit al jaren een toompje kippen die ’s avonds vrij door de tuin scharrelden.  Sander had een bovengemiddelde belangstelling voor de beestjes. Ik juichte het toe, en hoopte door elke dag de kippen te aaien, eieren te rapen en te voeren hem op een meer natuurlijke manier te leren omgaan met levende wezens. Vorig jaar heb ik het opgegeven, de kippen gingen in onbewaakte ogenblikken van de glijbaan, werden door de tuin gedragen op de kop aan een pootje. Eieren sneuvelden overal in de tuin. Ik heb een hek van gaas van twee meter hoog om het kippenhok gezet. De buurpoezen heb ik al tijden niet meer in de tuin gezien.

Vandaag speelt hij met de buurkinderen in de speeltuin, twee huizen verderop. Ik loop tijdens het eten koken steeds heen en weer: gaat het nog goed? Even later komen de kinderen met z’n vieren in onze tuin, gelukkig, ik kan weer beter toezicht houden. Tussen neus en lippen door wordt mij meegedeeld dat er een dode kip in de speeltuin ligt. Er volgt een warrig verhaal. Sander had hem door de lucht gegooid. Hijzelf en een van de andere kinderen had er toen maar op gestampt. Ik zak door de grond. Even later wordt het verhaal in alle toonaarden ontkend. Ik zet de aardappels laag en loop naar de speeltuin. Ja hoor, daar ligt een dode kip, het is er eentje van de buren die laten ze vrij rondlopen. “Mam, hij leefde nog wel een beetje.” Nee Sander hij is dood! “Ach, wat zielig!!” 

Als je de child behavior checklist (Nash et al),  die ik al voor meerdere pleegkinderen heb moeten invullen, invult voor kinderen met FAS, dan komt daar vaak in naar  voren dat de kinderen met FAS  wreed en pesterig kunnen zijn tegen anderen en dieren, dat ze impulsief zijn, dingen doen zonder na te denken en dat ze zich niet schuldig lijken te voelen na zich te hebben misdragen.

Op papier ziet dat er heel ernstig uit. Maar als je als ouder in het echt hiermee te maken krijgt, ik kan het jullie verzekeren, dan is het nog veel erger!

FASD Stichting

KvK: 02078380
RSIN: 816226222

Wij zetten ons in om via voorlichting en wetenschappelijk onderzoek FASD te voorkomen. Daarnaast geven wij ondersteuning aan families en hulpverleners en behartigen wij onze belangen bij overheden, instellingen en industrie. Wil jij ons steunen?
Doneer nu
linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram