Hij is 10, FAS, Klassiek autist en LVB. Hij mag iets lekkers uitzoeken bij de supermarkt voor de lunch.
We staan bij het broodschap met al die heerlijke broodjes. Wat zal hij voor lekkers nemen?
Mam, mam, is dit een gewoon croissantje? Nee, daar zit kaas in. En die dan? Daar zit kaas en ham in en die….
Een man grijpt in, het duurt hem te lang. Iets geïrriteerd zegt hij: Hier, je kunt toch wel lezen? Daar staat het!
Bam, die komt even binnen! Mijn zoon kijkt even niet begrijpend naar de meneer. Wat bedoelt hij toch. Hij keert weer terug met zijn gedachtes naar de croissantjes.
Ik kijk de man wel aan en zeg pinnig: Nee, hij kan niet lezen.
O, zegt de man en blaast de aftocht. Waar bemoeide hij zich toch ook mee?
Gelukkig krijgt mijn zoon het niet mee en hij mag van mij een extra broodje uitkiezen. Met ham en kaas of iets anders. Lekker puh.
Hij is blij, maar de gebeurtenis blijft bij mij hangen. De irritatie van de man, mijn bozige reactie. Ik heb mijn kind geaccepteerd, maar het wordt steeds duidelijker dat de maatschappij meer moeite heeft. En ik vind dus eigenlijk dat de maatschappij mijn kind ook moet accepteren. En terugkijkend is dat natuurlijk niet echt redelijk van mij. Het valt wel steeds meer op dat hij anders is, anders reageert. Toen hij klein was viel het minder op. En dat is wat mij weer dwars zit.
Ik besluit het gebeuren weg te leggen. Mijn motto: Pick your battles helpt me er bij. Dit is geen strijd die ik aan wil gaan. Er zijn veel belangrijkere dingen!!