Niek (3 jaar oud) komt in de keuken. Mamma eet een stukje chocolade. Niek lust dat ook erg graag. Niek staart mama aan, maar zegt niets, gebaart niet, maar draait zich om en loopt de keuken uit zonder emoties te tonen.
Mama zegt "Handen wassen, we gaan eten!" Willem begint te huilen. Het blijkt dat Willem zijn handen al heeft gewassen maar niet wist hoe hij dit moest zeggen. In de war begon hij te huilen.
"Mama…………ach laat maar." Een gevleugelde uitspraak van Freddy. De vraag is al verdwenen voordat hij gesteld is.
John, 6 jaar, komt bij mama en vraagt direct na het avondeten op boze toon: "Mama, ik mag zeker weer geen tv kijken." En dat terwijl hij elke avond na het avond eten even tv mag kijken!
Kinderen met FAS/D vinden het vaak moeilijk eenvoudige dagelijkse zaken te verwoorden. Ze kunnen dan boos of gefrustreerd raken of gaan huilen, omdat ze niet weten hoe ze iets moeten vragen. Ouders kunnen hen helpen door hen te leren spreken of gebarentaal te gebruiken. Hier volgen enkele ideeën die helpen het probleem te ontdekken en ideeën om het kind te leren communiceren. Onthoud goed dat kinderen met FAS/D vaak moeite hebben met generaliseren. Je moet dus vaak en in steeds wisselende situaties oefenen. Bv. vraag aan mama, vraag de leerkracht of de oppas in soortgelijke situaties.