Al vroeg leren kinderen het begrip bezit kennen. Dit is van mij, afblijven! Kinderen met FAS/D hebben veel moeite met het begrip Mijn en Dijn. Als er ergens een leuk autootje ligt, waarom zou ik die dan niet pakken? Als er een “verlaten” tractor in de speeltuin staan, waarom zou ik die dan niet mee naar huis nemen? Ze kunnen de consequenties van deze beslissingen niet goed overzien. Ze denken heel concreet: Ik heb dat nu nodig! Of: Jij hebt dat nu niet nodig! Ook de zwakke gewetensvorming veroorzaakt door de hersenschade speelt een grote rol. Kinderen met FAS/D hebben ook weinig rem op hun handelen, en ze leren slecht van eerdere ervaringen. Toezicht en steeds maar weer uitleg blijft nodig. Vaak melden ouders dat er veel binnenshuis wordt gestolen/weggenomen. Pubers gaan vaak ook buitenshuis stelen onder groepsdruk van klasgenootjes.
Een extern geweten helpt goed. Als er een volwassene in de buurt is zal het kind een rem voelen op het gedrag. 24/7 toezicht is vaak nodig. Voorkomen is beter dan genezen