Voor docenten kan het handig zijn om basiskennis te hebben van FAS/D en een aantal tips zodat deze weet hoe hij met bepaalde situaties om kan gaan. Er is geen aanbevolen "kookboekaanpak" voor het werken met leerlingen met FAS/D, maar er zijn strategieën die werken. Ze zijn gebaseerd op de volgende richtlijnen:
- Wees concreet. Leerlingen met FAS/D doen het goed als ouders en leraren spreken in concrete bewoordingen en geen woorden met dubbele betekenissen gebruiken. Omdat het sociaal-emotioneel vermogen sterk achterblijft bij leeftijdsgenootjes helpt het "jonger te denken" als instructie wordt gegeven.
- Wees consequent. Leerlingen met FAS/D vinden het moeilijk om het in het algemeen geleerde over te brengen op een andere situatie. Zij doen het daarom het beste in een omgeving met weinig veranderingen. Dit geldt ook voor taalgebruik. Leraren en ouders zouden af kunnen spreken dezelfde begrippen te gebruiken en op dezelfde manier aanwijzingen te geven.
- Leerlingen met FAS/D hebben blijvende problemen met hun korte termijn geheugen. Ze vergeten dingen die ze willen onthouden even goed als dingen die aangeleerd zijn en een tijdlang zijn onthouden. Om iets op te slaan in het lange termijn geheugen is het simpelweg nodig om steeds opnieuw aan te leren. Een verlengde instructie na een klassikale instructie helpt erg goed. Als de taak daarna in behapbare stukjes wordt opgedeeld ontstaan er veel succes momenten die goed zijn voor een beter zelfbeeld.
- Vaste routines die elke dag hetzelfde verlopen maken het gemakkelijker voor een FAS/D leerling te weten wat hen te wachten staat. Het vermindert de onrust die het hen onmogelijk maakt te leren.
- Houd instructies eenvoudig. Leerlingen met FAS/D zijn gemakkelijk over-gestimuleerd. Dit leidt dan tot een "afsluiten van de omgeving" waarna er geen informatie meer doordringt. Daarom is een eenvoudige omgeving een basis voor een effectief lesprogramma.
- Wees nauwkeurig. Zeg precies wat je bedoelt. Denk eraan dat leerlingen met FAS/D het moeilijk hebben met abstracte begrippen, algemeenheden en niet in staat zijn "de open plekken in te vullen" als er alleen een denkrichting wordt aangegeven. Vertel stap voor stap wat er gebeuren moet, ontwikkel wenselijke gedragspatronen.
- Bied structuur. Structuur is de "lijm" die de wereld zin geeft voor de leerling met FAS/D. Als deze "lijm" verwijderd wordt, vallen de muren om! Een leerling met FAS/D presteert en is succesvol als hun wereld hen steeds maar weer geschikte structuren aanbiedt.
- Leerlingen met FAS/D hebben constante supervisie nodig, dit om patronen te ontwikkelen van gewenst gedrag.
- Als een situatie voor een leerling met FAS/D verwarrend is en begeleiding niet werkt: Stop!!!Observeer. Luister nauwkeurig om uit te vinden waar de leerling op vastloopt. Vraag: Wat is moeilijk? Wat zou kunnen helpen?
(Met toestemming van Deb Evensen en Jan Lutke 1997)
- De overgang naar abstract denken en rond groep 4/5 is voor kinderen met FAS/D erg lastig. Vaak komen er daardoor problemen met rekenen en begrijpend lezen. Veel oefenen, leerstof aanbieden in kleine stappen helpt.
- Een kind met FAS/D gebruikt veel meer hersenactiviteit voor het oplossen van problemen dan de gemiddelde leerling. Hij/zij zal dus veel sneller en vaker vermoeid raken. Het is zaak te zoeken naar de balans tussen belasting en belastbaarheid. Het kind zal vaak totaal overprikkeld thuiskomen en daar heel boos of verdrietig reageren. Als ouders dit benoemen is dit een teken dat het kind op school overvraagd wordt.
- Meer weten? Kijk op tegel professionals, onderwijs