In al die jaren dat ik kinderen met FAS in ons gezin opvoed is er eigenlijk één ding dat me altijd opvalt: er is nooit een saaie dag, nooit een dag zonder verrassingen, nooit een dag zonder opwinding of enthousiasme.
Mijn kids beleven alles zeer intens, en delen met anderen hun enthousiasme, maar ook in hun afkeer, of hun boosheid. Meestal luidkeels. Zonder blad voor de mond.
“Mam, kijk eens wat een lief hondje, mag ik hem aaien meneer?” “Mam, kijk toch eens, zo lief!!”
“Joepie, wij gaan pannenkoeken eten vandaag, lekker hé?” tegen de caissière in de supermarkt.
“Buurman, buurman, ik heb een libelle gezien, maar nu is hij weggevlogen!”
Mede weggebruikers worden enthousiast toegezwaaid en bij menigeen komt er een lach op het gezicht. Een van de kinderen zegt al zijn gedachtes hardop. Dit geeft ook veel vertederende momenten. “Ik wil even op die schommel, o nee, er gaat net iemand anders op. Ik ga even naast de schommel staan, dan kan ik er op als hij er af gaat” “O nee, als ze nu maar niet gaan botsen, o nee, let op hoor, vuilniswagen!”
Veel omstanders kijken vertederd toe, wat een leuke spontane kinderen!
Een val van de fiets, vooral als er bloed te zien is, wordt zo luidkeels gedeeld, dat iedereen geschrokken naar buiten komt en al bijna een ambulance belt.
Omstanders kijken me dan verwijtend aan. Ik ga niet mee in de paniek om een minidruppeltje bloed en vertel rustig dat we verder fietsen. Na veel gekrijs gebeurt dat ook.
Als iemand zonder te vragen de bal pakt, is de wereld te klein, boosheid vlamt op en als ik niet snel ingrijp volgt er buitensporig geweld uit een klein mannetje en moet ik een onschuldig buurkindje redden.
Luidkeels wordt soms een eerlijk commentaar geleverd: “Mam, die meneer doet heel stom, kijk maar. Ik ga hem wel even op zijn tenen stampen.”
Ik vertel hem rustig dat hij geen nare woorden over de meneer mag zeggen.
Ik bescherm het buurkindje en vertel dat hij beter even thuis kan gaan spelen om mij overprikkelde pleegzoon even tot rust te laten komen.
Omstanders of buren vinden dat ik vreemde keuzes maak. Andere keuzes dan zij zouden maken. Een gevallen kind moet je troosten, want hij heeft zich vreselijk pijn gedaan, dat kun je toch horen? En als hij zijn bal niet wil delen met de buurjongen dan spreek je hem bestraffend toe en eis je van hem dat hij samen gaat spelen met de bal en dan zal hij beschaamd zijn excuses aanbieden en samen gaan spelen.
Het blijft moeilijk om mijn eigen keuzes hierin te maken en me niets aan te trekken van de omstanders die afkeurend zijn. Uitleggen? Vaak is er de tijd of gelegenheid niet voor. Als dat er wel is leg ik spaarzaam uit waarom ik doe wat ik doe.
En van de enthousiaste reacties geniet ik, net als de omstanders dubbelop. Wat een fijne momenten!
Maar wat er ook gebeurt, er is in elk geval never a dull moment!!