FAS, het foetaal alcohol syndroom, en FASD, foetaal alcohol spectrum disorder, zijn termen die worden gebruikt om de defecten te beschrijven die kunnen ontstaan door alcoholgebruik tijdens de zwangerschap. Bij FAS zijn alle kenmerken aanwezig ( groeiachterstanden, gezichtskenmerken, neurologische schade en bewezen alcoholgebruik). Een aandoening in het spectrum FASD heeft niet alle kenmerken even duidelijk aanwezig, maar de hersenschade is wel altijd aanwezig. Naast hersenschade is er ook vaak schade aan andere organen en/of weefsels. In de DSM 5, cat III wordt FAS omschreven als ND-PAE (Neurobehavioral Disorder associated with Prenatal Alcohol Exposure). Maar hoe vaak komen FAS en FASD voor in Nederland?
De beste prevalentie studies zijn gebaseered op “active case ascertainment.” In dit geval kijken onderzoekers naar alle bv. 6-jarige kinderen in een bepaalde regio. Kinderen die bepaalde leer- of gedragsstoornissen vertonen zijn verder onderzocht naar FAS/D.
Er zijn helaas geen Nederlandse studies volgens het “active case ascertainment” model. Er zijn echter wel studies uit andere vergelijkbare landen en studies met schattingen op basis van cijfers over het drinken tijdens de zwangerschap.
Drie “active case ascertainment” studies zijn in Europa uitgevoerd. In de regio rond Roma, Italie, vond de groep van Ceccanti FAS bij 0,4 tot 1% van de kinderen, en FASD bij 2 tot 6% [1]. In Polen, vond Okulicz-Kozaryn en collega’s tenminste 0,4 procent FAS en 2% FAS/D [2], vergelijkbaar met de italiaanse cijfers. Resultaten van Petkovic en collega’s uit Croatie zijn hoger: geschatte prevalentie van FAS is 2% en prevalentie FAS/D is 7% [3].
Popova en collega’s maakten schattingen over FAS voor verschillende landen gebaseerd op bekende cijfers van drinken tijdens zwangerschap in verschilende landen. Eerst keken ze naar cijfers in landen waar prevalentie van drinken tijdens zwangerschap en prevalentie FAS/D allebei bekend zijn. Vanuit deze cijfers, kunnen ze berekenen dat van 67 aan-alcohol-blootgestelde zwangerschappen er een kind geboren wordt met volledige FAS. Vandaar keken ze naar cijfers over drinken tijdens zwangerschap in andere landen. In de Appendix, tabel A7, p 34, over prevalentie van FAS in Nederland, schat Popova dat er 26,7 personen met FAS zijn per 10 000 in “general population,” dus ongeveer 0,3%, vergelijkbaar met de cijfers over prevalentie in andere Europese landen [4].
Roozen geeft een overzicht van studies over prevalentie van FASD. Er zijn weinig studies in Europa (Italië, Kroatië, Polen) en helemaal geen in Nederland.
Als we er van uit gaan dat FASD vaker voorkomt dan FAS, zoals in alle studies wordt gevonden (ongeveer 5 tot 6 keer meer in de studies in Italië en Kroatië), dan komt FASD tenminste 13 keer per duizend voor, dus 1,3% in Nederland.
Vanuit schattingen gebaseerd op onderzoek, heeft 0,3% van Nederlandse kinderen FAS en 1,3% hebben FAS/D.