FAS/D komt vrij vaak voor. Volgens onderzoek worden in Nederland 13 per 1000 baby’s geboren met defecten ontstaan door prenatale blootstelling aan alcohol.
Als logopedist zult u zeker regelmatig contact hebben met kinderen en jongeren met FAS/D. FAS/D komt vaker voor dan vele andere stoornisbeelden waar een logopedist mee te maken krijgt (Autistische spectrumstoornissen, ADHD, Down’s syndroom, …), maar wordt nog niet altijd herkend. Uiterlijke kenmerken zijn lang niet altijd duidelijk aanwezig. Als u vermoedt dat er sprake is van FAS/D dan kunt u het kind/volwassene doorverwijzen naar een FAS/D kliniek.
Mensen met FAS/D hebben vaak een (extreem) hoog gehemelte. De sensibiliteit in het mondgebied is anders en de tongheffing is voor deze groep mensen moeilijker [1]. Hierdoor ontstaan al bij het voeden van een zuigeling problemen met de opname van de voeding. Zowel bij borstvoeding als bij flesvoeding hebben de zuigelingen te weinig kracht, een afwijkende sensibiliteit en moeite met de tongheffing. Deze vaak al te kleine kinderen krijgen daardoor dus minder voeding binnen dan hun leeftijdsgenootjes. Werk in dit geval indien nodig en mogelijk samen met een (borst)voedingsconsulente.
Bovengenoemde problemen duren tot op latere leeftijd voort. Ook oudere kinderen met FASD hebben vaak moeite met het kauwen en het slikken en ouders berichten dan ook vaak dat hun kinderen “slecht” eten. De sensibiliteit in het mondgebied is niet alleen per kind wisselend, maar kan ook per situatie verschillen. De ene keer kan het kind een taai stuk vlees beter kauwen dan de andere keer. Soms zijn zaadjes en pitjes beter te verdragen in de mond dan een andere keer. Soms is de sensibiliteit te hoog, soms te laag.
Als logopedist is het onze taak de ouders dit duidelijk te maken en ze te ondersteunen bij het oefenen van de motorische vaardigheden en het werken aan de sensibiliteit in het mondgebied.
Ongeveer 90% van de kinderen met FASD laten problemen zien op het gebied van spraak en/of taal. Algemeen beschreven zijn er problemen betreffende de spreekvloeiendheid, articulatie, nasalititeit, formulering en taalbegrip [2] [3] [4].
Door (vaak chronische) middenoorontstekingen en anatomische afwijkingen van het oor zijn er vaak ook problemen met het gehoor.
De algemene verstaanbaarheid van kinderen met FASD is vaak slechter [1].
Op het gebied van de taal bestaan problemen in volgende gebieden:
Kinderen met FAS/D laten een afwijkend patroon zien als het gaat om de correlaties tussen spraak, orale motoriek en auditieve vaardigheden. Er is tot nu toe geen duidelijk beeld van de articulatorische fouten, die de kinderen met FAS/D maken, maar deze groep maakt meer fouten en maakt deze fouten langer dan kinderen die zich normaal ontwikkelen. Ze maken meer typische substitutiefouten (fronting, stopping van fricatieven, nasalisatie, voicing, devoicing en gliding, [6]) dan kinderen zonder FAS/D en weinig a-typische substitutiefouten (backing, abnormal stopping, h-satie, nasalisatie, dentalisatie, lateralisatie [6]) en hebben problemen met tongheffing. De kinderen blijken grote problemen te hebben met nonwoordrepetities, wat kan zorgen voor moeilijkheden in de ontwikkeling van de woordenschat (het leren van nieuwe woorden) en problemen bij het lezen en/of schrijven.
Het hoge gehemelte draagt ook bij aan articulatiefouten die de kinderen maken [1].
De planning en programmering van zowel taal als spraak is voor deze groep kinderen lastig, wat voor problemen op alle gebieden van de taal en spraak gevolgen heeft.
Als geheel kan gezegd worden, dat er bij kinderen met FAS/D sprake is van een afwijkende (en niet alleen een vertraagde) ontwikkeling van de spraak en de taal.
De spraak van een kind met FAS/D lijkt vaak goed te verstaan. Dit betekent echter niet dat er geen spraakproductieproblemen zijn!
Zorg ervoor dat er een grondige diagnostiek plaatsvindt op alle gebieden die binnen de logopedie belangrijk zijn. Denk hierbij aan
Gebaseerd op de resultaten van deze diagnostiek kan dan een individueel behandelplan worden opgezet. Voor deze groep kinderen is het nog belangrijker therapie op maat te bieden, omdat de kinderen onderling ook veel verschillen laten zien.
Planning en programmering (op alle gebieden) zijn zeer belangrijke onderdelen in de gehele behandeling.
Bij mensen bij FAS/D kan het voorkomen, dat een vaardigheid die ze hebben verworven na enige tijd ineens verdwenen is. Dit is een teken, dat ze ergens een nieuwe, andere vaardigheid hebben verworven, maar dat de “harde schijf” vol is. Een eerdere vaardigheid kan daardoor van de “harde schijf” zijn verwijderd om plaats te maken voor de nieuwe. Als logopedist hoeft u dan niet aan uzelf of het kind te twijfelen. Pak het weer op en na een tijdje zal ook de verdwenen vaardigheid weer terugkeren.
Geef het kind structuur tijdens de behandeling en houdt deze structuur tijdens alle behandelingen zoveel mogelijk aan.
Bied steeds kleine opdrachten aan en leg deze stap voor stap uit en doe het voor.
Blijf herhalen, want deze kinderen hebben zeer veel herhaling nodig.
Lukt het niet, probeer het dan anders.