De tuin is voor mijn kids met FAS een veilige plek. De tuin is groot, met gras, een zandbak, een speeltoestel met schommels en een grote trampoline. Genoeg vertier dus. Ook buurkinderen staan vaak bij het tuinhek te kijken, wat een grote trampo, mag ik spelen? Wat een mooi speelhuisje, mag ik ook? Vaak vinden mijn kids dat erg leuk. Maar ja, dat een buurkind dan op hun schommel gaat zitten, of op hun trampo gaat springen, dat mag niet, nee hoor, je mag wel kijken! Nou nee, daar gaat het de buurkinderen niet om, ze willen ook meespelen! Er ontstaan snel meningsverschillen en ruzietjes. Samen spelen, samen delen! Nou mijn kids niet hoor. DE SCHOMMEL IS VAN MIJ!!!!!
Ik speel mee, speel scheidsrechter, ben een politieagent maar vaak zijn mijn kids gefrustreerd en druipt het buurkindje teleurgesteld af. Na een poosje proberen ze het niet eens meer. Soms staat er eentje bij het tuinhek en kijkt verlangend naar het speelhuisje. Een van mijn kids roept dan al van verre: JE MAG ER TOCH NIET OP HOOR! Daarna fiets het mannetje weer verder.
De wat oudere kinderen van het dorp is niet ontgaan wat er in onze tuin gebeurt. Ze zijn wat slimmer en ook uit op een verzetje, een plagerijtje. Als ze zich vervelen komen ze ook bij ons tuinhek staan. Ze roepen mijn kids. Die komen al defensief op ze af. Wat willen die grote jongens van hen? Mogen we op de trampo? Soms durven mijn kids niet nee te zeggen. De grote jongens op de trampo en mijn kids bibberend binnen. Maar vaker zeggen ze: Nee, jij mag niet want jij bent stom. Dan beginnen de plagerijtjes die af en toe over gaan in pesterijtjes. Ik ga strategisch even in de tuin onkruid wieden. Helpt een beetje. Ik hoor de grote jongens van achter de heg overleggen. Zullen we nog even dit? Of dat? Als het mijn kids te ingewikkeld wordt gaan ze gooien. Eerst met ballen, daarna met steentjes. Of ze gaan spugen. De grote jongens bellen gemaakt verontwaardigd aan. “Mevrouw, die kinderen in de tuin doen ons pijn, ze gooien met stenen”. Ik ben boos, maar vooral verdrietig. Ik probeer met de jongens praten. “Jullie zijn te groot jongens, zoek iemand van je eigen leeftijd”. “Maar mevrouw, we staan hier gewoon op straat hoor, daar mag iedereen komen”. Tja, maar bij ons huis kun je je beter eventjes niet meer vertonen! Tijgermamma!!