Toen onze pleegkinderen bij ons kwamen, waren wij niet echt voorbereid op de deplorabele staat waarin zowel de kinderen als hun spullen verkeerden.
Binnen een paar dagen werden de kinderen met spullen bij ons afgeleverd, er was enige haast, de vorige pleegouders hadden een ultimatum gesteld.
Twee kleine kindjes met twee vuilniszakken bagage.
Letterlijk…
In ons proces naar pleegouderschap toe, las ik eens ergens van een pleegmoeder die verontwaardigd vertelde dat haar pleegdochter als “tweedehands” was betiteld door iemand.
Ik kon mij, ook toen, die verontwaardiging levendig voorstellen en navoelen!
Die denigrerende en mensonwaardige uitdrukking schoot direct weer door mij heen, toen wij onze pleegkindjes dus op deze manier bij ons kregen en ik de schone taak had, de vuilniszakken te legen.
Laat ik het kort houden… het resultaat was dat wij nog diezelfde dag een paar winkels blij maakten met prettige omzet en dat de lokale economie een mini-boost had gekregen en onze bankrekening een maxi-deuk had opgelopen.
Er was letterlijk niet één kledingstuk heel, schoon of passend.
Op dat moment wisten wij nog niet dat onze pleegkindjes FASD hadden en weten we het slechte lopen van ons pleegzoontje geheel aan het feit dat hij op afgetrapte schoenen liep, die meer dan twee maten te groot waren.
Nadat we hem dus goede schoenen hadden gegeven (jawel ook van de rijke oogst van het middagje shoppen), hoopten en dachten wij, hiermee adequaat dit “probleem” opgelost te hebben.
Dat was natuurlijk verre van waar, hoewel goed passende schoenen natuurlijk wel hun stappertje bijdragen in het geheel.
Ik maakte mij zorgen. Dat kleine, magere mannetje met die spaghettisliert beentjes en de knokige knietjes… dat mannetje was al ruim twee, en kon nog geen drempeltje van een centimeter “laag” over.
Die drempeltjes werden aan de hand bedwongen of op de knietjes… jawel die knokige knietjes….voelt u de pijn ook? Brrrrr
Toen wij eenmaal wisten dat hier niet alleen sprake was van slecht schoeisel maar dat FASD een grote invloed had op het gebrek aan souplesse en handigheid en het ontbreken van enige passende ontwikkeling in de fijne en grove motoriek, was daarmee natuurlijk nog niet het probleem opgelost.
We kregen het advies om bij de basis te beginnen. In en om huis heen lekker op blote voetjes en zoveel mogelijk spelenderwijs aan de slag.
Spelenderwijs… dat is natuurlijk niet zo’n heel lastige opgave met een levenslustige peuter.
Maar toch…kunt u zich die voldoening voorstellen?
Maanden oefenen, aanmoedigen, helpen, vallen en opstaan (ook letterlijk) en dan is daar HET moment: een triomfantelijk lachend mannetje, dat zélf zónder hulp, van de straat op het trottoir kan stappen.
Niks geen last van die lastige stoeprand… nee… dat doe je gewoon “eventjes”!
En wij’? Wij applaudisseerden… niet eventjes, maar meer ovationeel zeg maar.