Ze spelen in de tuin. Ze springen en maken plezier, heerlijk!
Opeens zegt de ene: Walgelijk, echt walgelijk! Ik ben best een beetje trots. Wat een ingewikkeld woord om te gebruiken. Dat hij het al kent en gebruikt!!
Maar wat is er dan zo walgelijk? Ik loop er even naar toe. Wat is er zo walgelijk? Ik kijk naar zijn gezichtsuitdrukking. Die past niet bij “walgelijk” Hij kijkt blij en vrolijk. Wat is er zo walgelijk? Weet ik niet mam. Wat betekent het dan? Weet ik niet. Hij speelt weer verder.
Aan tafel roept hij opeens tegen zijn broertje: Je bent ontslagen! Ik heb nu meer argwaan en ik speel het mee: Jij bent inderdaad ontslagen! Maar wat gebeurt er dan? Ze hebben allebei echt geen idee. Dit gebeurt zo vaak! Gelukkig heb ik het meestal snel in de gaten, maar de juf niet, de begeleiding ook niet en de buren al helemaal niet. Iemand die dit soort woorden kan gebruiken zal ze ook wel kennen en begrijpen, denkt men. Maar dat is dus helemaal niet waar. Ze echoën de woorden en gebruiken ze. Maar ze begrijpen ze vaak helemaal niet. En dat is een grote valkuil. Daar hun taalgebruik worden ze constant overschat. Ik loop daar als moeder vaak tegen aan. Ze klinken zo veel verstandiger dan ze in werkelijkheid zijn. De meesters en juffen prikken er wel door heen na een tijdje, maar de buren of andere omstanders? Nauwelijks. Voor die mensen blijf ik de overbezorgde moeder die haar kinderen niet los kan laten. Maar ach, ik weet dat het nodig is, en ik denk u als lezer ook!!