Hij ploft op de stoel en begint te sniffen. Ik kijk op van mijn laptop. “Wat is er kerel?” vraag ik. “Ik vergeet ook alles. Ik had afgesproken om met Stijn te spelen, maar daarna heb ik ook afgesproken met Coosje en nu zijn ze hier allebei en nu hebben we ruzie en ze zijn allebei boos op mij.”
Hij vergeet van alles. Afspraken, rekensommen, zijn jas, of hij al naar de wc is geweest, het is allemaal kwijt in zijn hoofd. En het begint hemzelf te storen. Hij heeft er last van. Zijn zus, ook met FAS, heeft daar weer minder last van, maar is behoorlijk autistisch. Hij vraagt daar ook vaak naar. “ Hoe kan dat, mam?”
Hij weet dat hij in een pleeggezin woont, vanaf een paar maanden oud. Hij vindt dat prima, hij weet niet beter. Hij weet dat zijn mamma niet voor hem kan zorgen. En hij heeft met die uitleg altijd genoegen genomen. Maar nu komen er vaak vragen over. Hij is duidelijk toe aan meer uitleg. Er is alleen een probleem. Zijn biologische moeder wil absoluut niet dat iemand uit de familie weet wat er met de kinderen aan de hand is. En ik heb beloofd dat ik die wens zal respecteren. En dat heb ik altijd gedaan, tot nu toe.
Als de pleegzorgwerker langs komt gaan we hierover in gesprek. Wat ga ik aan hem vertellen en hoe? Ik heb het boekje: ‘Zo ben ik geboren’ in huis. Maar mijn belofte dan? Een lastige situatie. We besluiten dat ik eerst ga vertellen dat het niet helemaal goed is gegaan toen hij in de buik van zijn mamma groeide. En dat er daarom hersencellen zijn die het niet goed doen. en dat zijn zus daarom opeens heel boos kan worden en dat hij zelf heel vaak dingen vergeet. Maar: wij zijn er om je te helpen!
En: als er weer een gesprek is met de moeder van mijn pleegkinderen gaan we dit onderwerp bespreekbaar maken!