‘Je dochter kan niet echt stilzitten hè?’ zegt de juf tegen mij. Tja, dat klopt. Informatie die ons bekend is, maar wat wil de juf hiermee eigenlijk zeggen?
Heeft de juf zelf last van het gewiebel, hebben klasgenootjes last van het gewiebel, heeft mijn dochter last van haar eigen onrust. Op school hebben ze serieuze pogingen ondernomen om onze dame rustig op haar stoel te laten zitten. Om eerlijk te zijn, proberen ze dat al jaren. En steeds horen wij bovenstaande boodschap, ook al geven wij aan dat stilzitten een haast onmogelijk opgave is. Die bewegingsdrang heeft ze nu eenmaal, ten gevolge van de fas. Die ruimte moeten ze haar dus ook gunnen ter voorkoming van meer onrust en stress, maar blijkbaar zijn wiebelige kinderen lastig in de groep.
Op de kop op in de stoel hangen, achterstevoren zitten, draaien, scheef, andere kant op scheef, linksom, rechtsom enzovoort. Alle mogelijk manieren van ‘zitten’ worden geprobeerd. En dat allemaal omdat het lichaampje zegt dat het niet stil kan blijven zitten.
En daar was ineens een nieuwe juf. De juf die vrij snel doorhad dat onze dame beter presteerde wanneer ze de ruimte kreeg om te bewegen. Hè, hè, wij werden gehoord. Iemand die het met ons eens was. Er werd een bal aangeschaft waarop onze dochter mag zitten, zodat ze de hele dag wat minder opvallend MOET wiebelen om in balans te blijven. Ze mag op de rolkruk, die eigenlijk alleen voor de juf bedoeld is, heen en weer rollen wanneer ze moet nadenken over die moeilijke sommen. De hele dag hopt ze van bal naar rolkruk, maar het werkt. Beetje bij beetje gaat haar concentratie vooruit. Niet iedere dag natuurlijk, ze blijft een hersenbeschadiging houden waarbij ze de ene keer veel kan en de andere keer vrijwel niets, maar er worden stapjes gemaakt. Sommige kinderen worden jaloers, omdat L. wel op de stoel van de juf mag en omdat zij zo’n mooie bal heeft om op te zitten. Dat is wel eens lastig, dat het lijkt alsof faskinderen voorgetrokken worden in vergelijking met andere kinderen. Ik zie het niet als voortrekken en dat proberen wij ook aan de zussen van L. uit te leggen. Dat heeft zij nodig om de wereld beter te begrijpen, om haar eigen onrust kwijt te raken, om zo informatie beter te kunnen onthouden. Laat L. maar lekker wiebelen, laat de juf maar wat vaker de andere kant opkijken wanneer ze er last van heeft, daar worden alle partijen blij van.