Toen ik jaar 12 was, besefte ik dat ik 'anders' was. Er was iets mis met me maar ik kon mijn vinger er niet op leggen. Ik had gesprekken bij de GGZ maar daar konden ze mij niet vertellen wat er precies aan de hand was. Uiteindelijk wilde ik stoppen met de gesprekken want ik merkte dat ik er niet veel aan had en ik voelde mij boos en onbegrepen.
Toevallig keek ik thuis naar een documentaire over een jongetje dat vertelde hoe het was om met autisme te leven en wat voor problemen dat met zich meebracht. Vader, moeder en zus kwamen ook aan het woord en toen ging er bij mij een lampje branden: wat dit jongetje zegt, dat ervaar ik precies zo! Ik rende naar mijn moeder toe en vertelde haar wat ik zojuist gezien had op televisie. Een paar weken later werd ik onderworpen aan allerlei testen en gesprekken.
De uitslag kwam een paar weken later en kwam voor mij als een opluchting! Ik kreeg te horen dat ik PDD-NOS had en sociaal zwakbegaafd. Na het lezen van de kenmerken van PDD-NOS, herkende ik nou hier helemaal in en was ik maar wat blij dat ik nu eindelijk wist wat ik had!
Toen ik een paar maanden later op een woongroep kwam te wonen, leerde ik andere mensen kennen die ook onder andere PDD-NOS hadden. Naarmate ik langer op de groep woonde, begon ik steeds te twijfelen over mijn diagnose. Ik voelde mij niet autistisch en vroeg aan begeleiders of ze mij autistisch vonden.. Ook zij vonden dit niet en de twijfel sloeg steeds meer toe. Een jaar later na mijn diagnose heb ik opnieuw een onderzoek laten doen. Uitslag: persoonlijkheidsproblematiek en hechtingstoornis. Ook hier herkende ik mij in maar de diagnose was voor mij erg vaag.
Een jaar later sprak ik de moeder van een goede vriend van mij en vertelde over de dingen waar ik tegen aan liep. Ze zei tegen mij dat ze mijn verhaal herkende in het verhaal van haar zoon. Ze adviseerde mij om eens op internet informatie op te zoeken over FASD. Hier had ik nog nooit van gehoord maar ze was er van overtuigd dat ik, net als haar zoon, FASD had.
Eenmaal thuis heb ik dit verhaal aan mijn moeder verteld en zijn we samen informatie op gaan zoeken over FASD. De informatie die ik las, kwam volledig overeen met mijn problematiek en ook met de problemen die ik als klein meisje had. Ook las ik dat FASD heel erg op PDD-NOS lijkt en toen vielen alle puzzelstukjes in elkaar! Na een onderzoek bij de FAS poli kreeg ik inderdaad de diagnose FAS. Nu was ik 20 jaar en eindelijk wist ik wat ik had! Ik ben niet dom en ik ben niet gek.. ik heb FAS!