Hij zit op een school waar ze nog aan zwemles doen, gelukkig. Maar het is in een heel koud zwembad. Ik ga niet zo vaak kijken, maar als ik er ben zie ik pas waarom hij op zwemlesdag zo klappertandend thuis komt. Na een paar minuten zie ik zijn gezichtje blauw worden. Zijn handjes worden tot aan de polsen blauw, zelfs zijn voeten verkleuren. Ik geef meer en grotere handdoeken mee, en spreek de juf aan. Zij ziet het probleem ook. We spreken af dat hij na 15 minuten uit het bad gaat en dan langdurig probeert weer warm te worden onder de douche. Dat helpt.
Maar het schiet zo niet op. Hij is gezegend met een vaste vrijwilliger die met hem het water in gaat en heel geduldig, jaar na jaar de slag oefent. Lastig hoor, de armen en benen te laten doen wat ze moeten doen, precies op elkaar afgestemd. Maar het lukt!! Na jaren oefenen. Nu nog het diepe in. Wat een grote overgang, geen grond meer onder de voeten! Het lukt niet op zwemles. Het lukt me wel in de zomervakantie op de camping. Een overdekt, niet al te groot en niet al te diep zwembad waar het niet zo druk is. We praten de hele zomer op hem in, beloven hem gouden bergen en het lukt, hij durft het, drie meter zwemmen naar het eilandje in het midden. Zijn zelfvertrouwen groeit in die weken zozeer dat het ook na de zomer tijdens de zwemlessen lukt. “Hij kan in het diepe bad” zegt de badmeester, “en dus geen vrijwilliger meer nodig”. Dat dachten wij dus van niet. De vrijwilliger is koppig en gaat mee het diepe in, zwemt eindeloos naast hem tot hij zoveel zelfvertrouwen heeft dat ze hem los kan laten. Hulde!! Ruim na zijn negende verjaardag is er eindelijk de heugelijke dag, hij haalt zijn A diploma!! Ik weet niet wie er trotser was, hij, ik of de vrijwilliger!!.